Een bijdrage van Rien Nederlof geschreven voor zijn kleinzoons

Inleiding

Shell en Caltex hebben in 1958 concessies voor olie exploratie gekregen in Bolivia. Deze maatschappijen
werkten samen en hadden een kantoor in Cochabamba, een stadje in een vallei op 2700 meter hoogte. Het geologische werk besloeg heel Bolivia, van de Amazone vlakte op 200 m tot in de bergen tot 5200 meter. Het personeel bestond uit enkele geologen, geofysici, landmeters en paleontologen.

De geologen werken meestal in de bergen en rivieren omdat daar de meeste gesteenten aan de
oppervlakte komen. De paleontologen onderzoeken de fossielen om de aardlagen te kunnen dateren. De
geophysicus werkt meestal in de vlakten waar de grote rivieren uit de Andes op uitmonden. Daar worden
met dynamiet in kleine boorgaten trillingen opgewekt, waarvan de weerkaatsing tegen gesteentelagen
gemeten wordt. Daarmee is een beeld te vormen van de plooiingen van de lagen in de ondergrond, tot
kilometers diep.

In deze bijlage beschrijft Rien zijn ervaringen over de expeditie die hij van La Paz naar Rurrenabaque heeft gemaakt in 1960.