‘De naakte waarheid van Shark Bay’
Het jaarschema voor de veldgeologen bij de Geological Survey of Western Australia was in de 70er jaren van de vorige eeuw zeer voorspelbaar. De tweede maandag na Pasen vertrokken we per Landrover met velduitrusting voor een veldseizoen van zes maanden naar onze respectievelijke werkgebieden.

In 1977 was dat in mijn geval richting het Carnarvon Basin – een luttele 1000 km ten noorden van woonplaats Perth. Met twee collega’s had ik de opdracht de geologie van die streken in kaart te brengen. Ofschoon grote delen van het Carnarvon Basin goed beschreven kunnen worden met de woorden van Wammes Waggel: “Maar veel te zien is er eigenlijk niet. Het is erg mooi, alleen een beetje saai: hier rechts zijn heuvels en zand en daar links is zand met heuvels en in de verte is zand met zandheuvels. Maar mooi is het wel, ja, je kunt hier reuzeleuk zandhappertje spelen!” zijn er ook aardig wat plekken die geologisch meer de moeite waard zijn.
Eén daarvan is Shark Bay: sinds 1991 een gebied met Werelderfgoed status vanwege de daar goed gedijende stromatolieten. Stromatolieten zijn door cyanobacteriën (= blauwalgen) gevormde mini-kalkrifjes, die tegenwoordig alleen goed groeien onder bijzondere ecologische omstandigheden, zoals in brak maar wel lekker warm en schoon water. Maar gedurende zo’n 3 miljard jaar [Midden Archeicum tot begin Kambrium] waren stromatolieten de voornaamste, macroscopisch goed herkenbare levensvorm op Aarde.
In 1977 had Shark Bay nog geen Werelderfgoed erkenning gekregen, maar was onder aficionado’s toch al bekend als de plek op de wereld waar levende stromatolieten goed te bestuderen waren. Een bezoek aan Shark Bay stond dan ook op de ‘bucket list’ van David Attenborough, die voor de BBC bezig was met de opnames van ‘Life on Earth’. Attenborough had aan mijn baas bij de Geological Survey gevraagd, of hij bij dat bezoek aan Shark Bay begeleiding van een gids kon krijgen.
Bij de instructies bij het begin van het veldseizoen kreeg ik daarom de mededeling, dat ik namens de Survey als veldgids zou moeten fungeren voor Attenborough en zijn filmploeg bij het bezoek aan de stromatolieten. Verder dat ik het BBC-gezelschap tzt moest afhalen op Carbla Station waar ze zouden logeren, en vandaar naar een niet al te moeilijk bereikbare plek met mooie stromatolieten moest brengen. [NB: In Australië betekent ‘station’ gewoonlijk veeboerderij ipv treinstation]. Op Carbla Station met een oppervlak van bijna 1000 km2 woonden behalve een handvol mensen ook zo’n 5000 schapen. Kortom: een landelijke omgeving met op de schaarse zandweggetjes weinig kans op tegenliggers en ook geen last van bermtoerisme.
Ter voorbereiding op die rol als veldgids van de BBC-filmploeg, een aantal plekken bezocht langs de ~50 km lange kuststrook waar stromatolieten weelderig groeien. Bij die verkenningstocht in dat gebied met een bevolkingsdichtheid van ruim minder dan 1 persoon per 100 km2 zakte mijn 4WD Landrover op een afgelegen plek tot op de assen weg in zachte modder. Op zo’n plek zit er niets anders op dan je auto zelf uit graven [NB bij autopech in de ‘outback’ van Australië is het beste motto: ‘Help Uzelf, zo helpt U God’ want de enige andere zekerheid die je hebt, is dat de ANWB Wegenwacht daar niet snel langs zal komen].
Fluks de ‘bog boards’ uitgeladen [ = stevige 1m lange planken, die we voor dat soort eventualiteiten altijd achter in de Landrover hadden liggen] en met behulp daarvan + een schep en veel zweetdruppels, de wielen van de 4WD na een uurtje weer op berijdbaar terrein gekregen. Nadat ik de grootste modderklonten van het bezwete lijf geschraapt had, weer in de Landrover gestapt en naar het strand gereden, waar ik ook de rest van de modder zou kunnen afspoelen.
Bij het strand mijn Landrover geparkeerd op een heuveltje met prachtig uitzicht over een stromatolieten rif, uitgekleed en in Adam’s kostuum lekker gaan poedelen in het warme water. Na een kwartiertje helemaal schoongespoeld uit het water gekomen om terug te lopen naar mijn auto om me weer aan te kleden. Precies op dat moment kwam er een andere 4WD aanrijden, die vlak naast de mijne parkeerde. Uit die auto stapte een klein gezelschap wat kennelijk belangstelling had voor de stromatolieten. Althans de vrouw in het gezelschap begon aan de anderen met wijdse armgebaren uitleg te geven over de omgeving, zonder overigens enige zichtbare aandacht te schenken aan die uit zee komende bloterik. Ben maar rustig doorgelopen en bij mijn Landrover aangekomen me uit het zicht van deze toeristen afgedroogd en weer aangekleed. Voor ik daarmee klaar was vertrok het gezelschap weer. Daardoor niet echt de gelegenheid gehad om me netjes te gaan voorstellen en een praatje te maken om uitleg te geven over mijn aanwezigheid op die gewoonlijk verlaten plek.
Enkele weken later was het zover: Attenborough en zijn collega’s waren aangekomen op Carbla Station en er zou een barbecue worden gehouden waar ik ook voor was uitgenodigd. In mijn beste veldkloffie [dwz de minst bezwete en stoffige kleren] naar Carbla Station gereden en kennisgemaakt met de eigenaar en zijn vrouw – Peter en Val Kopke – en met de BBC-filmploeg. Tijdens de barbecue met deze en gene een praatje gemaakt en natuurlijk ook met de gastvrouw – Val Kopke – die ik al een paar keer aandachtig naar mij had zien kijken. Opeens stelde ze me voor mij totaal onverwacht een simpele vraag: ‘Was it you?’ Op dat moment besefte ik ineens wie de dame was die mij een paar weken in Adam’s kostuum tussen de stromatolieten had zien paraderen: mijn gastvrouw! Blozend kon ik alleen maar stamelen: ‘Yes, it was me’. Kennelijk was haar nieuwsgierigheid daarmee bevredigd en zijn er verder geen woorden vuil gemaakt, aan die onverwachte ontmoeting.
De daarop volgende dagen Attenborough naar de mooiste plekjes met stromatolieten gebracht en gekeken hoe de filmploeg daar hard aan het werk was. Een paar jaar later me er wel over verbaasd dat het twee dagen lang filmen van onbewegelijk in het kalme water staande stromatolieten minder dan een minuut in de uiteindelijke TV-serie ‘Life on Earth’ had opgeleverd.
Toen het filmen klaar was, afscheid genomen van Val Kopke, haar man Peter en van David Attenborough en zijn collega’s. Geen van hen daarna ooit meer tegengekomen.