Graaffitti 5 – Water management in Death Trap Outcamp

Deathtrap OutcampIn 1977 deed ik met een paar collega’s van de Geological Survey of Western Australia veldwerk in het Carnarvon Basin aan de westkust van Australië. Vergeleken met de Great Victoria Desert, waar ik een paar jaar eerder met een Landrover rondhobbelde [zie Graaffitti 3: ‘Happiness is knowing where you are’] is dat een dichtbevolkt gebied. Dichtbevolkt is een relatief begrip: per twee- à drieduizend vierkante kilometer een schapenboerderij en daarop voor elke menselijke bewoner minstens vijfduizend schapen. Altijd dus aanspraak, al was het antwoord maar ‘Bèèèh’ als je hallo zei tegen Mabel.

In dit redelijk toegankelijke gebied, slechts 190 km vanaf Carnarvon, was het voor vrouwlief goed te doen om met de kinderen een weekje langs te komen. Goed voor de huwelijkse relatie en bovendien zouden de kinderen dan Papa herkennen als die na een zesmaands veldseizoen weer thuis kwam. Met de eigenaar van de Lyons River schapenboerderij hadden we geregeld dat we gebruik konden maken van zijn ‘outstation’. Een ’outstation’ is een dependance van een boerderij, die alleen gebruikt wordt als er in dat deel van het boerderijgebied werkzaamheden moeten worden verricht. Werkzaamheden zoals het bijeenbrengen van de schapen voor het scheren, of het repareren van windmolens of afrasteringen. De rest van de tijd staat een outstation leeg en daarom konden wij het gebruiken.

Het outstation waar we waren neergestreken, had de wervende naam ‘Death Trap Outcamp’ (voor wie het wil nakijken op Google Earth: de Geografische coördinaten zijn -24.656770706 and 115.533897399) en het was van veel gemakken voorzien. Een golfplaten optrekje met een aantal kamers met deuren die dicht konden (prettig voor de visuele privacy maar gehorig was het wel), een keuken met een heuse tafel en stoelen, een douchehok waar water gewoon uit de kraan kwam, en toppunt van luxe – elektrisch licht. Kortom voor een veldgeoloog in overheidsdienst een soort Hilton Hotel, maar dan gratis.

Het water dat uit de douche en uit de keukenkraan kwam, werd uit een open put opgepompt door dezelfde windmolen die ook de elektriciteit opwekte: in moderne woorden – een geïntegreerd, milieuvriendelijk systeem.

Voordat ik vrouwlief en kinderen van het naburige vliegveldje ging ophalen had ik me goed gedoucht, maar desondanks kreeg ik in de auto van mijn lief de vraag wanneer ik me voor het laatst gewassen had. Ook het kopje thee na aankomst in Death Trap Outcamp ontlokte haar de vraag waarom de thee zo’n gekke geur had. Inderdaad moesten we allemaal toegeven dat het geen Earl Grey aroma was, maar wat dan wel….?

De week dat mijn vrouw en kinderen ons gezelschap hielden in Death Trap Outcamp vloog voorbij. Wel begon het ons allemaal op te vallen dat als we de keuken- of douchekraan open zetten er zich een merkwaardige geur verspreidde in ons onderkomen, maar een kniesoor die zich om zo’n futiliteit druk maakt.

Na een week moest mijn lief weer terug naar Perth, omdat haar vakantiedagen op waren en dus bracht ik haar + ons kroost terug naar het plaatselijke vliegveldje: ruim een ½ dag rijden. Toen ik de dag daarna terug kwam in Death Trap Outcamp kwam mijn ‘fieldhand’ [= betaalde meeloper] enthousiast naar me toe met de mededeling: ‘Ik weet nu waarom het water uit de kraan zo gek rook – er lag een dood schaap in de waterput en het is me al gelukt om het er uit te halen!’

Echt begrijpen doe ik het niet, maar om de een of andere reden kiest mijn lief ruim 35 jaar later nog steeds nooit schapenvlees als dat op de menukaart van een restaurant staat.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.